MENU
Bestuur
Leven
Omgeving
Vrije tijd
Welzijn
Bestuur
Beleid
Communicatie
Digitale loketten
Burgerzaken
Ondernemen
Kindzorg
Mobiliteit
Veiligheid
Buurthuis
Afval
Bouwen & verbouwen
Planologie
Dierenhinder
Toerisme
Bibliotheek
Cultuur
Sport
Jeugd
Organiseren
Sociale dienst
Diensten thuiszorg
Digitaal aanbod
Subsidies & premies
CONTROLE EN ONDERHOUD VAN DE STOOKOLIETANK VAN EEN WONING
Inhoud
Als u voor de
verwarming van uw woning
een stookolietank gebruikt, dan gelden er enkele belangrijke verplichtingen voor het onderhoud van die tank. Zo wil de overheid de kans op grondwater- en bodemverontreiniging zo klein mogelijk maken. Stookolie wordt ook gasolie, mazout of huisbrandolie genoemd.
Voorwaarden
Controle vóór de stookolietank in gebruik genomen wordt
Elke tank voor stookolie moet na de plaatsing, maar
vóór de ingebruikname
gecontroleerd worden.Als er in de stookolietank(s) bij uw woning
5000 kg stookolie of meer
(6000 liter)
kan, dan moet u dat ook
melden
bij het college van burgemeester en schepenen van uw gemeente.
U moet een
omgevingsvergunning
aanvragen vóór de tank geplaatst wordt:
als er in totaal
meer dan 20 ton
stookolie met GHS02-symbool kan worden opgeslagen
als er in totaal
meer dan 50.000
liter stookolie zonder GHS02-symbool kan worden opgeslagen.
Het GHS02-symbool is het gevarenpictogram voor
ontvlambaar
. Dat symbool staat op de verpakking van vloeistoffen met een vlampunt onder de 60 graden Celsius. Vloeibare brandstoffen kunnen, afhankelijk van hun vlampunt, al dan niet een GHS02-symbool als kenmerk krijgen.
Controle als de stookolietank in gebruik is
Ook na ingebruikname moet u uw stookolietank regelmatig laten controleren. Hoe vaak dat moet, hangt af van het
volume van de tank
, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones).
Tank voor de opslag van minder dan 5000 kg stookolie (6000 liter)
De exploitant (lees, gebruiker: eigenaar/huurder) van een stookolietank voor de opslag van minder dan 5000 kg stookolie (6000 liter) heeft volgende onderhoudsverplichtingen.Een ‘ondergrondse tank’ is een tank die in de grond is ingegraven. Een tank in een kelder is dus een ‘bovengrondse tank’.
Een
ondergrondse stookolietank
moet
om de 5 jaar
gecontroleerd worden.
Een ondergrondse stookolietank die vóór 1 augustus 1995 in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2002 een eerste keer een periodieke controle ondergaan.
Een
bovengrondse stookolietank
moet sinds 1 maart 2009 na ingebruikname
niet
meer periodiek gecontroleerd worden. Alleen de controle bij de plaatsing is verplicht.
Hebt u een bovengrondse tank die
vóór 1 maart 2009
in gebruik werd genomen?
Dan bepaalt de
‘datum voor volgende controle’ op het
laatste onderhoudsattest
of er nog controle nodig is.
Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op 1 maart 2009 of een latere datum moet gebeuren? Dan bent u niet meer verplicht uw tank periodiek te laten keuren.
Staat er op het laatste onderhoudsattest dat de volgende controle op een datum vóór 1 maart 2009 moet gebeuren? Dan bent u verplicht de bovengrondse tank nog een laatste keer te laten controleren.
Een bovengrondse stookolietank die
vóór 1 augustus 1995
in gebruik genomen werd, moest vóór 1 augustus 2003 een eerste periodieke controle ondergaan.
Tank voor de opslag van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter of meer)
De exploitant (lees, gebruiker: eigenaar/huurder) van een stookolietank voor de opslag van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter) heeft volgende onderhoudsverplichtingen.Een ‘ondergrondse tank’ is een tank die in de grond is ingegraven. Een tank in een kelder is dus een ‘bovengrondse tank’.
Een
ondergrondse stookolietank
moet
om de 2 jaar
een
beperkt onderzoek
ondergaan (dit moet jaarlijks gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt) en
om de 15 jaar
een
grondig algemeen onderzoek
ondergaan (dit moet om de 10 jaar gebeuren als de tank in een waterwingebied of beschermingszone ligt). Ondergrondse tanks van gewapende, thermohardende kunststof zijn vrijgesteld van het grondig algemeen onderzoek.
Een
bovengrondse stookolietank
moet
om de 3 jaar
een
beperkt onderzoek
ondergaan
en, als de tank een inhoudsvermogen van meer dan 20.000 liter heeft, bijkomend
om de 20 jaar
een
algemeen onderzoek
ondergaan.
Procedure
Wie moet de stookolietank controleren?
Een stookolietank moet gecontroleerd worden door een erkende technicus stookolietanks of erkende milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen.Op de website van het Departement Omgeving vindt u een lijst van technici en milieudeskundigen die erkend zijn door het Vlaamse Gewest.
Erkende
technici stookolietanks
hebben een persoonlijk erkenningsnummer dat bestaat uit de letters ‘SV’ en 5 cijfers (bijvoorbeeld SV00022 of SV56489).
Download de lijst met
erkende ‘Technici stookolietanks’
Download de overzichtstlijst met erkende
milieudeskundigen in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen
.
Ze hebben een erkenningsnummer dat bestaat uit: een jaartal (waarin de milieudeskundige voor het eerst werd erkend) + de letter ‘H’ + gevolgd door:
3 cijfers (bijvoorbeeld 2000/H017) of
2 of 3 letters en daarna 3 cijfers (bijvoorbeeld 2001/HAV007, 2008/HSGS012) of
hun voor- en achternaam.
Na de controle
Bij iedere controle of onderzoek stelt de erkende technicus of milieudeskundige een
certificaat
op voor de eigenaar of exploitant. Daaruit moet ondubbelzinnig blijken dat de tank al dan niet voldoet aan de wettelijke bepalingen.
Na de controle krijgt uw installatie een
groene, oranje of rode dop
of merkplaat.
Een
groene
dop of merkplaat betekent dat de tank voldoet aan de wettelijke bepalingen en verder mag worden gebruikt.
Een
oranje
dop of merkplaat betekent dat de tank niet voldoet aan de wettelijke bepalingen maar dat de vastgestelde gebreken geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging buiten de tank.
De tank mag nog worden gevuld of bijgevuld tijdens een
overgangsperiode van maximaal 6 maanden
.
De eigenaar of exploitant moet alle nodige
maatregelen nemen
om de tank opnieuw in goede staat te brengen.
Vóór het verstrijken van de overgangsperiode moet een erkende technicus of milieudeskundige opnieuw de opslaginstallatie
controleren
.
Een
rode
dop of merkplaat betekent dat de opslaginstallatie niet voldoet aan de wettelijke bepalingen.
Binnen de 14 dagen
nadat een rode dop of merkplaat aangebracht werd, moet de eigenaar of exploitant of op zijn verzoek de erkende technicus of milieudeskundige dit
melden
bij de
Vlaamse Milieumaatschappij
(bijv. via het
VMM-contactformulier
).
Met een rode dop of merkplaat is het
verboden de opslagtank te vullen of te laten vullen
.
De eigenaar of exploitant moet alle nodige
maatregelen nemen
om de opslaginstallatie opnieuw in goede staat te brengen. Daarna moet een erkende technicus of milieudeskundige opnieuw de opslaginstallatie
controleren
.
Op het certificaat en de dop of merkplaat moeten altijd de volgende zaken staan:
naam en erkenningsnummer van de uitvoerende technicus of milieudeskundige
datum van de controle
datum van de eerstvolgende controle (als het om een ondergrondse tank of bovengrondse tank voor de opslag van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter) gaat).
Wat Meebrengen
bedrag
Bedrag
uitzonderingen
regelgeving
Regelgeving
Titel II van het VLAREM:
voor tanks met een totale opslagcapaciteit van minder dan 5000 kg stookolie (6000 liter): hoofdstuk 6.5 (Particuliere stookolietanks met een inhoud van minder dan 5000 kg)
voor tanks met een totale opslagcapaciteit van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter): hoofdstuk 5.6 (Brandstoffen en brandbare vloeistoffen)
voor tanks met een totale opslagcapaciteit van 5000 kg stookolie of meer (6000 liter) met GHS02-symbool: hoofdstuk 5.17 (Opslag van gevaarlijke producten).
Gebruik de verwarmingswegwijzer om te weten wat je moet doen om in orde te zijn met de wetgeving
. Gebruik hiervoor best Google Chrome.
Links
-
BevoegdeOverheidsdiensten
Vlaamse overheid
AfleverendeDiensten
Gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten
Geografische Toepassingsgebieden
Vlaamse Gewest
Verwante producten
Stookolietank buiten gebruik stellen
Controle en onderhoud van de stookolietank van een bedrijf, ziekenhuis of school