GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT SPEELSTRATEN



 1. SPEELSTRATEN EN DE WETGEVING 

Kinderen en jongeren moeten voldoende ruimte hebben. Spelen is immers een recht voor kinderen. Helaas is het niet altijd mogelijk om op straat te spelen: er is teveel verkeer, er staan teveel geparkeerde auto’s,… Daarom werd het concept van ‘speelstraten’ in voege gebracht.

1.1. Wettelijke bepalingen.

  • K.B. van 9 oktober 1998 tot wijziging van het K.B. van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (B.S. 28 oktober 1998).
  • K.B. van 9 oktober 1998 tot wijziging van het M.B. van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens wordt bepaald en tot wijziging van het M.B. van 1 december 1975 tot vaststelling van bepaalde schijven, bebakeningen, platen en aanduidingen (B.S. 28 oktober 1998).

Artikel 1.2.36.

Een speelstraat is een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met het bord C3 voorzien van een onderbord met daarop de vermelding ‘speelstraat’.

Artikel 6.22septies1.

In de speelstraten is de ganse breedte van de openbare weg voorbehouden voor het spelen, in hoofdzaak voor kinderen. De personen die spelen worden gelijkgesteld met voetgangers, evenwel zijn de bepalingen van artikel 42 van dit besluit niet van toepassing. Alleen bestuurders van motorvoertuigen, die in de straat wonen of wier garage in die straat gelegen is, alsook prioritaire voertuigen als bedoeld in artikel 37, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt, alsook fietsers, hebben toegang tot de speelstraten.

Artikel 6.22septies2.

De bestuurders die in de speelstraten rijden moeten dit stapvoets doen; ze moeten de doorgang vrij laten voor de voetgangers die spelen, hen voorrang verlenen en er zo nodig voor stoppen. Fietsers moeten zo nodig afstappen. De bestuurders mogen de voetgangers die spelen niet in gevaar brengen en niet hinderen. Ze moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen.

1.2. Belangrijke voorwaarden voor (kandidaat)-speelstraten.

  • De (kandidaat)-speelstraat heeft een maximumsnelheid van 50 km/uur.
  • De straat ligt in een wijk met een woonkarakter.
  • De straat heeft geen (belangrijk) doorgaand verkeer.
  • De straat heeft geen doorgaand openbaar vervoer.
  • Meer dan de helft van de bewoners is akkoord met de inrichting van een speelstraat.

2. De organisatie van speelstraten verloopt via een stappenplan en een timing. 

2.1. De aanvraag.

Elke aanvraag dient te worden ingediend voor 15 mei van het betreffende jaar.

Een speelstraat is een bewonersinitiatief: u vraagt als bewoner zelf om van uw straat een speelstraat te maken. De aanvragen worden via het daartoe bestemde aanvraagformulier ingediend bij de gemeentelijke jeugddienst.

Enkel aanvragen van bewoners van de straat in kwestie, ingediend bij de gemeentelijke jeugddienst, worden verder behandeld. Per vakantieperiode kan er voor eenzelfde straat slechts één aanvraag worden ingediend.

2.2. Verkeerstechnisch advies.

Het advies van de gemeentelijke politie (eventueel in samenspraak met de Verkeerscommissie) wordt voor eind april overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen.

De gemeentelijke politie stelt (eventueel in samenspraak met de Verkeerscommissie) een verkeerstechnisch advies op. Daarbij is ongunstig advies, gunstig advies met beperkingen of gunstig advies zonder beperkingen mogelijk.

De beperkingen kunnen te maken hebben met de periode of met een straatdeel. Is het advies gunstig, kan de aanvraagprocedure worden verdergezet.

2.3. Het College van Burgemeester en Schepenen.

Het ingediende advies van de gemeentelijke politie (eventueel in samenspraak met de Verkeerscommissie) wordt binnen de veertien dagen behandeld door het College van Burgemeester en Schepenen. Het advies van de gemeentelijke politie (eventueel in samenspraak met de Verkeerscommissie) wordt samen met het aanvraagformulier voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen ter bekrachtiging.

2.4. De bewonersenquête.

Bij een gunstig advies en na bekrachtiging door het College van Burgemeester en Schepenen, wordt de aanvrager op de hoogte gebracht wanneer de straat een speelstraat kan zijn. De aanvrager brengt de andere bewoners op de hoogte door middel van een bewonersbrief en een bewonersenquête (die wordt bezorgd door de gemeentelijke jeugddienst). Indien meer dan de helft van de bewoners (geteld volgens de huisnummers) zich akkoord verklaart, dienen de bewonersenquêtes, samen met de volledige gegevens van de meters en peters (zie verder) te worden ingediend bij de gemeentelijke jeugddienst. De hiervoor genoemde documenten moeten de gemeentelijke jeugddienst voor half juni bereiken.

2.5. Goedkeuring der speelstraten.

De goedkeuring van de speelstraatdossiers gebeurt in twee fasen:

  • De aangevraagde speelstraten worden ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
  • De meters en peters ondertekenen samen met de schepenen een afsprakennota (zie verder).

De ondertekening van de afsprakennota dient ten laatste eind juni plaats te vinden.

3. Wat doen meters en peters voor de speelstraat?

De samenwerking tussen de meters en peters van de speelstraat en het gemeentebestuur Jabbeke wordt vastgelegd in een afsprakennota.

  • De meters en peters zijn het aanspreekpunt voor de gemeentelijke diensten.
  • De meters en peters zorgen voor het dagelijks plaatsen en weghalen van de afsluithekkens.
  • De meters en peters houden toezicht.
  • De meters en peters evalueren de speelstraat.

LET WEL: de meters en peters staan niet in voor de opvang en begeleiding van de kinderen, die verantwoordelijkheid blijft bij de ouders zelf.

4. Wat doet het gemeentebestuur Jabbeke voor de speelstraten?

  • Het gemeentebestuur Jabbeke levert het materiaal (afsluithekken) voor de wegafbakening, een verkeersbord C3 met onderbord ‘speelstraat van 14u tot 19u’.
  • Het gemeentebestuur stelt ook een speelkoffer samen voor de speelstraten (kingsize gezelschapsspelen).
  • De jeugddienst functioneert als tussenpersoon tussen de buurt en de gemeente.