POLITIEBESLUIT GOUVERNEUR AANVULLENDE MAATREGELEN PROVINCIE WEST-VLAANDEREN



De gouverneur van de provincie West-Vlaanderen,

Gelet op het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en in het bijzonder artikel 5, §1, e);

Gelet op de wet van 6 maart 1818 met betrekking tot de straffen die moeten worden opgelegd voor overtredingen van algemene maatregelen van intern bestuur, evenals de straffen die kunnen worden vastgesteld door de reglementen van de provinciale of gemeentelijke autoriteiten;

Gelet op artikel 128 van de provinciewet van 30 april 1836;

Gelet op de artikelen 4, 5, 7, 8 en 11 van de Wet op het Politieambt van 5 augustus 1992;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, met in het bijzonder artikel 187;

Gelet op artikel 65 van het Provinciedecreet van 9 september 2005;

Gelet op artikel 28 van het Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijke en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen;

Gelet op het Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Gelet op het Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel schrijven van 24 juli 2020 van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel Pieter De Crem inzake het beheer van de federale fase en de uitvoering van de lokale maatregelen;

Gelet op de omzendbrief van 20 december 2003 betreffende de taken die de provinciale overheden voor de Federale Overheidsdiensten Binnenlandse Zaken uitoefenen;

Gelet op het politiebesluit van 29 oktober 2020 van de provinciegouverneur van WestVlaanderen houdende de plicht tot het dragen en het bij zich hebben van een mondneusmasker op het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen;

Gelet op het voorzorgsbeginsel dat inhoudt dat wanneer een ernstig en potentieel risico met een zekere mate van waarschijnlijkheid wordt ontdekt, het aan de overheid is om dringende en voorlopige beschermingsmaatregelen te nemen op het meest geschikte niveau;

Gelet op het overleg van 26 en 29 oktober 2020 tussen de gouverneur en de burgemeesters van de provincie West-Vlaanderen;

Overwegende de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie met betrekking tot de noodtoestand inzake de openbare gezondheid op internationaal niveau van 30 januari 2020, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 als een pandemie werd verklaard door de Wereldgezondheidsorganisatie op 11 maart 2020, met een aanzienlijke verspreiding binnen Europa en België;

Overwegende dat de gouverneur in de provincie zorgt voor het handhaven van de openbare orde, te weten de openbare rust, veiligheid en gezondheid;

Overwegende dat artikel 27 van het Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavlrus COVID-19 te beperken bepaalt dat zowel de burgemeester als de gouverneur aanvullende preventieve voorzorgsmaatregelen kan nemen;

Overwegende dat sinds juli het aantal besmettingen terug in stijgende lijn zit en dat zulks inhoudt dat het virus nog niet van het Belgische grondgebied verdwenen is en blijft circuleren;

Overwegende dat het aantal besmettingen en het aantal opnames in intensieve zorgen in de provincie West-Vlaanderen exponentieel blijft stijgen; dat in de provincie WestVlaanderen de incidentie van nieuwe gevallen per 100.000 inwoners 878 in 14 dagen bedraagt en de positiviteitsratio 11,8 %;

Overwegende dat deze nieuwe exponentiële evolutie tot gevolg heeft dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen, in het bijzonder van de diensten van de intensieve zorg, opnieuw kritiek is;

Overwegende dat er geen verbetering van de epidemiologische situatie wordt waargenomen en dat een ongecontroleerde en exponentiële groei van de epidemie moet worden vermeden;

Overwegende dat de zorgsector onder zware druk staat, zowel op logistiek als op personeelsvlak; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de nietCOVID-19-zorg toeneemt en dat dit een aanzienlijk effect kan hebben op de volksgezondheid; dat sommige ziekenhuizen kampen met personeelsuitval wegens ziekte en dat dit kan leiden tot een tekort aan personeel in de zorgsector; dat de opvang van patiënten op het grondgebied meer en meer onder druk komt te staan;

Overwegende dat de huidige situatie een drastische beperking van de sociale contacten vereist en het noodzakelijk is om bijzondere aandacht te besteden aan activiteiten die een aanzienlijk risico op verspreiding van het virus met zich meebrengen en om activiteiten te blijven verbieden die te nauwe contacten tussen individuen impliceren en/of een groot aantal personen samenbrengen;

Overwegende dat kerstmarkten, winterdorpen en outdoor schaatsbanen een groot aantal personen samenbrengt en te nauwe contacten kunnen veroorzaken tussen individuen;

Overwegende dat kerstmarkten, winterdorpen en outdoor schaatsbanen reeds verboden zijn onder het Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, maar de maatregelen in dit Ministerieel besluit maar van toepassing zijn tot en met 19 november 2020;

Overwegende dat de epidemiologische situatie blijft verslechteren en dat de wiskundige modellen aantonen dat de datum van 19 november niet zal volstaan om de exponentiële toename van positieve gevallen voldoende in te dijken;

Overwegende om vooral te anticiperen op de onvermijdelijk aangekondigde piek van besmettingen en opnames richting medio november en vooral om te vermijden dat door een eventuele, ongewilde maar door allerhande activiteiten gefaciliteerde, uitbreiding van alle contacten de afvlakking van de curve stagneert of zelfs ophoudt, is het uitstellen van alle collectieve outdoor evenementen nu de enige mogelijke en redelijke beslissing die kan worden genomen;

Overwegende dat deze maatregel de enige manier is om, hopelijk, een buffer te creëren voor de absorptie van minstens de eventuele ziektegevallen die door intrafamillale activiteiten, zelfs in bijzonder beperkte kring, zullen ontstaan tijdens de kerst- en nieuwjaarsperiode en vooral om hiermee te anticiperen op de derde golf die nu al als aannemelijk voor na de eindejaarsperiode wordt aangekondigd;

Overwegende om opbod en onduidelijkheid te voorkomen wordt het verbod op kerstmarkten, winterdorpen en outdoor schaatsbanen in dit politiebesluit verlengd tot het einde van de kerstvakantie, namelijk tot en met 3 januari 2021;

Overwegend dat maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de risico's van de verspreiding van het coronavirus, het evenredigheidsbeginsel moeten respecteren en moeten worden aangepast aan de lokale realiteit.

Om die redenen,

BESLUIT

Artikel 1:
Kerstmarkten, winterdorpen en outdoor schaatsbanen worden op het volledige grondgebied van de provincie West-Vlaanderen verboden tot en met 3 januari 2021.

Art. 2:
§1 Huis-aan-huis-bezoeken in het kader van bijvoorbeeld Sint-Maarten, sinterklaas, Halloween, kerstman, etc. zijn verboden.
§2 Huis-aan-huis-verkopen zoals bijvoorbeeld kalenderverkopen, stofzuigers, etc. zijn verboden.

Art. 3:
Leveringen aan huis kunnen enkel gebeuren door professionele leveringsdiensten die aan huis leveren.

Art. 4:
Afhallngen van voedsel en drank (take-away) zijn enkel toegelaten bij officiële afhaalpunten, horecazaken" voedingswinkels en traiteurs.

Art. 5:
De burgemeesters als officier van bestuurlijke politie en als hoofd van de lokale politiediensten zijn belast met de uitvoering van dit politiebesluit en oefenen hierop het toezicht en de handhaving uit of doen dit uitvoeren.

Art. 6:
De inbreuken op dit politiebesluit kunnen worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

Art. 7:
Dit politiebesluit is onmiddellijk uitvoerbaar en treedt vanaf de dag van bekendmaking in werking. Het politiebesluit blijft gelden tot het wordt ingetrokken of gewijzigd met een opvolgend besluit of totdat hogere rechtsnormen deze materie volledig reglementeren.

Art. 8:
Onderhavig politiebesluit wordt overgemaakt voor uitvoering aan:
- De burgemeesters behorend tot de provincie West-Vlaanderen;
- De korpschefs van de lokale politiezones van de kustgemeenten van West-Vlaanderen;
- De directeur-coördinator van de federale politie van de provincie West-Vlaanderen;

Onderhavig politiebesluit wordt ter kennisgeving overgemaakt aan:
- de Eerste minister, Alexander De Croo;
- de minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden;
- de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke ;
- de minister-president van de Vlaamse regering, Jan Jambon;
- de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Wouter Beke;
- de Vlaamse minister van onderwijs, sport, dierenwelzijn en Vlaamse rand, Ben Weyts;
- de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen;
- de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant;
- de gouverneur van de provincie Antwerpen;
- de gouverneur van de provincie Limburg;
- de gouverneur van de provincie Henegouwen;
- de gouverneur van de provincie Waals-Brabant;
- de gouverneur van de provincie Namen;
- de gouverneur van de provincie Luik;
- de gouverneur van de provincie Luxemburg;
- de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, Rudi Vervoort
- de Hoge Ambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- de commissaris van de Koning van de provincie Zeeland;
- de Préfet du Nord et Hauts-de-France;
- de Procureur des Konings van West-Vlaanderen;
- de directeur-generaal van het Crisiscentrum;
- de federale en regionale gezondheidsinspecteurs.

Onderhavig politiebesluit zal worden aangeplakt aan de gemeentelijke aanplakborden van de gemeenten waar dit politiebesluit van toepassing is en zal worden bekend gemaakt op de websites van de gemeenten waar dit politiebesluit van toepassing is en op de website van het provinciebestuur van West-Vlaanderen.

Gedaan te Brugge op 29 oktober 2020,

Nieuws /