28317 - 11/02/2019 - Gemeenteraad 4 februari 2019 - Financiën - belasting op bedrijfsruimten - opmerking voogdij - herneming



Hier werd volgende tekst aangenomen door de gemeenteraad op 17/12/2018:

“Overwegende dat het er op aan komt om alle personen, zowel natuurlijke als echtspersonen, die op het grondgebied van de gemeente Jabbeke wonen, verblijven of een economische bedrijfsruimte gebruiken en daardoor gebruik maken en/of genieten van de gemeentelijke investeringen, infrastructuur (rioleringen, gebouwen, communicatiemiddelen …) en/of dienstverlening, aan een gemeentebelasting te onderwerpen.

… Artikel 7:
Worden van de belasting vrijgesteld:
- de rechtspersonen bedoeld in de artikelen 180,181 en 182, WIB 92
- de natuurlijke personen, de rechtspersonen en de verenigingen die op 1 januari van het aanslagjaar de economische activiteit op het grondgebied van de gemeente geen volle twee jaar uitoefenen;
- de natuurlijke personen die voor het aanslagjaar aanvullende personenbelasting verschuldigd zijn aan de gemeente Jabbeke;”

Door de voogdijoverheid wordt het volgende opgemerkt:
“Gelet op hun onderscheiden doelstellingen kunnen de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en de belasting op de economische bedrijvigheid niet geacht worden van die aard te zijn dat de onderworpenheid aan de eerste belasting een toelaatbare verantwoording vermag te vormen voor een vrijstelling van de tweede belasting.

Artikel 7, derde streepje schendt dan ook het fiscaal gelijkheidsbeginsel. (zie nuttig: arrest nr. 240. 035 van 30 november 2017 van de Raad van State in de zaak A. 214.605/X-16.466)

Voormelde strijdigheid met het recht en met het algemeen belang heeft tot gevolg dat de bepaling in artikel 7, derde streepje, het voorwerp kan uitmaken van een toezichtmaatregel, zijnde een schorsing. Een toezichtmaatregel is mogelijk binnen de toezichtstermijn die nog loopt tot 14 februari 2019.
De gemeente kan binnen deze toezichtstermijn ervoor opteren een initiatief te nemen tot aanpassing van het belastingreglement zodat er niet langer sprake is van een strijdigheid met het recht en met het algemeen belang. Op die wijze kan alsnog het nemen van een toezichtmaatregel worden vermeden.
Als het gemeentebestuur daartoe bereid is, kan er worden voorgesteld aan de gouverneur om niet over te gaan tot het nemen van een toezichtmaatregel. “

De belasting bedraagt minimum 150 euro en heeft voor Jabbeke een fiscale opbrengst van ongeveer 70.000 euro.

Door deze nieuwe rechtspraak van de Raad van State moet overgegaan worden tot de weglating van deze vrijstelling (zoals vb. in Brugge) of de volledige intrekking van deze belasting.

De intrekking van de vrijstelling zou een aanvullende belasting inhouden voor bedrijvigheid gevoerd onder de natuurlijke persoon, hetgeen niet de bedoeling is.

Aangezien de belasting initieel een beperkt herstel van het gemeentelijk fiscaal evenwicht voor rechtspersonen (die op hun bedrijfsinkomstenstroom geen gemeentebelasting betalen) beoogde, kan dit hier dus niet langer en wordt een intrekking van dit onderdeel van het belastingreglement voorgesteld.

BESLUIT:

Enig artikel:
In het belastingreglement van de gemeente Jabbeke, zoals aangenomen op 17 december 2018, wordt het onderdeel “A3. Belasting op het economisch gebruik van bedrijfsruimte” ingetrokken.