VISIT JABBEKE - DE SINT-ELIGIUSKERK



DE SINT-ELIGIUSKERK



OMSCHRIJVING

De kerk van Snellegem, zoals ze was in de 12de eeuw. Maquette van de oorspronkelijke Romaanse kerk vanaf de oostzijde. Gelegen in de Kerkeweg te Snellegem..

DE KERKEWEG

De Kerkeweg is de belangrijkste verbindingsweg met het dorp Snellegem, die vanaf de Gistelsteenweg recht naar de Sint-Eligiuskerk loopt. Van de 15de tot de 19de eeuw is de weg gekend als 'de Boterweg'. Op het einde van de 19de eeuw werd de weg rechtgetrokken en omgedoopt tot 'Steenweg van Snelleghem naar Varssenare'. Later Kerkeweg genoemd.

De Sint-Eligiuskerk is één van de belangrijkste romaanse kerkgebouwen in België en vormt met haar neogotische uitbreiding een opvallend geheel. Rondom de kerk is en concentratie van 19de-eeuwse dorpswoningen, aangevuld met enkele villa's uit het interbellum. Ten noorden van de kerk is een historische hoeve met herberg (nummer 5) gelegen, die door haar ligging een vooraantstaande plaats in de dorpsstructuur suggereert. 'Het Oosthof', de hoeve ten zuiden van de kerk, heeft haar adres in de Oostmoerstraat 1. Verder in de straat staan enkele verspreide hoeves: 'hoeve Bremhof' (nummer 54 - gebouwd voor wagenmaker Pieter Casteleyn) en 'hoeve Emmaus' (nummer 63 - een begin 19de-eeuwse hoeve die in 1885 heropgebouwd werd). Tussen de huizen nummers 39 en 41 vind men de rode bakstenen pijlerkapel 'Plaetevoets kapelletje', opgetrokken in 1937.

DE SINT-ELIGIUSKERK

Daar Snellegem een koninklijke fiscus was en zeker dateert van 600-700 is het niet onlogisch dat belangrijke personen op het kasteel van het Oosthof verbleven. De heilige Eligius maakte tijdens zijn leven een visitatiereis in de kustvlakte van Vlaanderen. Hierbij verbleef hij ook op het Oosthof. Gezien zijn missionaristaak richtte hij hier wellicht een eerste houten kerkje op. De kerk werd toegewijd aan Sint-Stefanus, een gevierd heilige van de Merovingische vorsten.

Bij opgravingen in 1956-1957 door Devlieghere werden de paalgaten van een driebeukige houten kerk teruggevonden. Het was wellicht de eerste uit de kuststreek en de moederkerk van vele andere kerken in de regio. Wanneer de eerste stenen kerk werd opgericht, is niet geweten.

Bisschop Baldericus (1099-1113) was de bisschop van Noyon-Doornik. Hij schonk de kerk van Snellegem aan de abdij van Sint-Kwinten-op-den-Berg in Vermandois. Lambertus, bisschop van Noyon-Doornik, schonk het hoogaltaar dan weer in 1119 aan Lambertus, abt van Sint-Bertinus. De monniken van Sint-Bertinus bouwden in de tweede helft van de 13de eeuw een Romaanse kerk op de plaats van de vorige kerk. Zoals te verwachten werd het hoogaltaar aan Sint-Kwinten gewijd, terwijl de kerk zelf werd toegwijd aan Sint-Elooi, als stichter van de oorspronkelijke kerk.

Na de vernieling in 1489 werd er gerestaureerd en verbouwd, waardoor gotische gedeelten in het oude kerkje slopen. Na de godsdienstoorlogen van 1579-1584 en de verwoestingen werd in 1644 een nieuw hoogaltaar ingezegend en heel wat vergroot.

Bij de Belgische onafhankelijkheid was het nodige onderhoud en herstellingen nog steeds niet uitgevoerd en het zou nog bijna vijftig jaar duren vooraleer een handtekening onder het contract voor een nieuwbouw werd gezet. De Commissie van Monumenten onder impuls van graaf de Bethune, verhinderde een totale afbraak, zodat de Romaanse toren en middenbeuk werden bewaard. Naar de plannen van Antonius Verbeke werd in 1891 gestart met de opbouw van een nieuwe kerk in neogotische stijl. In 1893 werd de kruisweg geschilderd en opgehangen. Op dat moment werd ook een predikstoel, twee zijalteren, een godslamp, een Sint-Jozefsbeeld en een orgel van Forest geplaatst. Pas op 6 september 1897, na het plaatsen van de beelden van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Elooi werd de kerk definitief ingewijd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk door de Duitsers in beslag genomen en ingericht als veldlazaret. Alleen de beelden van de toenmalige biechtstoelen overleefden de bezetting, de rest werd opgestookt. In 1936 werd een voorlopige restauratie gedaan.

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de kerk erg beschadigd door de drukgolf van de ontploffingen van het munitiedepot in september 1944. Het was dan ook dringend nodig om in 1994 onder de begeesterde stuwing van pastoor Ollivier, een grondige restauratie uit te voeren. Arthur Vandendorpe belasste zich met dit werk.