VAARTDIJK-NOORD




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.



Het jaagpad langs het kanaal Brugge-Oostende of Vaart sinds de fusie van de gemeenten in 1977.

HOFSTEDE LEENTJE CLAES

Vaartdijk-Noord nr. 1. Strak gerenoveerde hoeve, volgens Franchoo teruggaand op de in 1674 opgerichte "Hofstede Leentie Claes", een these die Desmedt ontkent. Vanaf de 18de eeuw uitgebaat als herberg, eerst onder de naam "Leentje", later als "De Katte", dat tot 1925 bleef bestaan. De hoeve is gelegen in het laagste gedeelte van de Moere, en ligt lager dan het waterpeil van het kanaal Brugge-Oostende. Hoeve met losstaande bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken (nok // straat), witgekalkte muren met gepekte plint. Woonhuis van het langgeveltype bestaande uit vier traveeën en ten westen aansluitend stalgedeelte, oorspronkelijk met laaddeur in opklimmend dakvenster. Rechthoekige muuropeningen, beluikte en van diefijzers voorziene vensters. Ten zuiden van het woonhuis, stalvolume met bakoven.

HOEVE EN VOORMALIGE HERBERG DE HALVE MANE

Vaartdijk-Noord nr. 2/ Westernieuwweg nr. 90. Hoeve en voormalige herberg "De halve mane", gelegen ten noordoosten van de brug over het kanaal Brugge-Oostende in de wijk Nieuwege, langs de Westernieuwweg.

Het gebouw zou volgens de heemkundige Franchoo teruggaan op "tgoet ter Maene ofte Lechmushofstede", dat in 1542 werd opgericht op die plaats in de Moere. Historisch onderzoek van Vervenne wijst een 17de-eeuwse militaire versterking op die plaats aan als kern van de huidige gebouwen. De gebouwen zouden in 1685 verkocht zijn aan Jacob Coebout, die er een hoeve en herberg van maakt. Vanaf de 18de eeuw is de herberg gekend onder de naam "Halve maene". In 1768 is de kanalisering van het Ieperleed klaar, en vormt de wijk Nieuwege een aanlegplaats voor schepen. De herberg speelt op deze bedrijvigheid in en wordt daartoe uitgebreid met stallingen voor trekpaarden van de schepen. Historisch kaartmateriaal uit de 18de en het begin van de 19de eeuw laat een hoofdvolume zien onder zadeldak, hetzij rechthoekig van plattegrond, hetzij in L-vorm. De herberg is haaks op het kanaal gelegen, met de voorgevel langs de Westernieuwweg. Het Primitief kadasterplan van 1834 bevestigt de L-vormige samenstelling van herberg "Nieuwege", met ten oosten daarvan een rechthoekig bijgebouw. In 1843 dient eigenaar Van Heule een bouwaanvraag in voor de bouw van een schuur tegen de herberg aan; enkel een situatieplan is in het gemeentearchief bewaard. In 1852 wordt de vergroting en de opsplitsing van het gebouw geregistreerd in het kadaster. In 1863 wordt de woning opnieuw bijeengevoegd, met een belangrijke verlenging van het bijgebouw tot stal, die in 1871 opnieuw wordt verlengd ten zuiden. In 1872-1873 wordt het hoofdvolume gedeeltelijk vernieuwd en vergroot, en wordt een nieuwe bakoven gebouwd. Een bouwaantekening van de aanvraag die Alfred de Man in 1872 indiende, geeft een beeld van de situatie in die tijd. In 1878 wordt een lang volume ten noorden van het huis opgetrokken, tegen de Westernieuwweg aan gelegen. In 1906 wordt de woning opnieuw in twee gesplitst, een indeling die tot op heden is gehandhaafd. De 20ste eeuw wordt gekenmerkt door uitbreidingen van de hoeve met nieuwe bedrijfsgebouwen, o.m. verbreding van de stal langs de straat in 1975.

Hoeve met losstaande bakstenen bestanddelen, waarvan het ruime woonhuis langs de Westernieuwweg vermoedelijk in kern 17de-eeuws is en vanaf de 18de eeuw herberg "De Halve Mane" huisvestte. In het verlengde van dit woonhuis, een laag stalgebouw uit 1878, verbreed in 1975. Ten oosten van het woonhuis, een erg lang, smal stalvolume dat in kern 18de-eeuws is, maar in de 19de eeuw in verschillende fases werd verlengd. Bakstenen boerenhuis van zeven traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak. 19de-eeuwse verbouwingen bepaalden het huidige uitzicht van de hoeve, gekenmerkt door gecementeerde (straat)gevels met roodgeschilderde schijnvoegen. Het hoofdvolume, opgesplitst in twee woningen, heeft rechthoekige muuropeningen; beluikte vensters met 19de-eeuws schrijnwerk. Laag stalvolume ten noorden, met een gesloten straatgevel in blote bruine baksteen. Oostelijk stalvolume eveneens met blinde westelijke langsgevel, witgekalkte erfgevel met gepekte plint en licht getoogde en rechthoekige muuropeningen.

HERBERG TE NIEUWWEGE



Vaartdijk-Noord nr. 3/ Westernieuwweg. Herberg "Te nieuwwege", deel uitmakend van het ensemble van herberg, woningen en kapel aan de brug over het kanaal Brugge-Oostende in de wijk Nieuwege.

Historische documenten bewijzen de aanwezigheid van een hofstede en herberg op deze hoek van de Westernieuwweg sinds eind 15de eeuw. Tijdens de aanhoudende oorlog in de 17de eeuw wordt het gebouw zwaar verwoest, en eind 17de eeuw heropgebouwd. Op een kaart van 1707 zien we een bakstenen huis onder pannen zadeldak, evenwijdig met het kanaal. Sinds eind 18de eeuw is de hoeve gekend als herberg "Nieuwege". In 1853 laat de nieuwe eigenaar Antonius Verplancke het gebouw afbreken om er een rij van drie nieuwe huizen en een smidse te bouwen, waarvan de huidige herberg de meest oostelijke woning vormt. In 1863 wordt het ensemble met een schuur en een magazijn uitgebreid. In 1873 wordt de huizenrij gekocht door Alfred de Man-van Caloen, die het geheel totaal laat heropbouwen tot een rij kleine woningen met centraal een Onze-Lieve-Vrouwkapel. De hoekwoning wordt gedurende de verdere 19de eeuw en de 20ste eeuw samengevoegd en aangepast tot het huidige herbergvolume.

Verankerde baksteenbouw van één bouwlaag en zes traveeën onder pannen zadeldak met dakschild aan de kant van dekapel, doorbroken door drie moderne dakkapellen. Witgepleisterde lijstgevel met gepekte plint, rechthoekige muuropeningen waarin nieuw schrijnwerk, bewaarde luikduimen.

NEOGOTISCHE MARIAKAPEL

Vaartdijk-Noord nr. 4. Mooie neogotische Mariakapel in de wijk Nieuwege, gelegen centraal in de huizenrij aan de brug over het kanaal Brugge-Oostende.

De kapel werd gebouwd in 1873 door Alfred de Man-van Caloen uit Varsenare. Deze adellijke grootgrondbezitter kocht in dat jaar bijna alle woningen in de wijk Nieuweg aan. Om de inwoners van deze wijk ten noorden van het kanaal de mogelijkheid te geven in en eigen bidplaats eucharistie te vieren, liet hij de rij woningen die op de westelijke hoek van de Westernieuwweg in 1853 waren gebouwd, afbreken en heropbouwen, met op de plaats van de vroegere smidse een kapel. Deze kapel is toegewijd aan OLV Onbevlekte Ontvangenis. Op 21 juli 1873 wordt een klokje in een klokkenruiter op het dak ingewijd door pastoor Vancouillie uit Sint-Andries. Het draagt het opschrift "LEONIS EST NOMEN EJUS". Hoewel ze maar voltooid was in 1875, werd de kapel op 29 oktober 1873 ingewijd door Mgr. Faict, bisschop van Brugge, in aanwezigheid van burgemeester Anselm van Caloen. In 1925 werd de kapel hersteld, want ze had veel te lijden gehad bij de vernieling van de brug over de vaart door de Duitsers in 1918. Tegen de wanden wordt op 19 juni 1923 een kruisweg geïnstalleerd.

De kapel steekt met haar puntgevel en dakruiter boven de flankerende woningen uit, waardoor ze het beeld van de wijk Nieuwege langs het kanaal karakteriseert. Het is een bepleisterde en witgeschilderde baksteenbouw van één travee op gepekte plint, onder leien zadeldak met bakstenen dakruiter met klok. De puntgevel is afgezoomd door een houten lijst op klossen en horizontaal ingedeeld door de doorlopende bovendorpel van de rechthoekige deuropening. Deur geaccentueerd door rondbogig boogveld waarin een rolwerkcartouche met opschrift "AVE MARIA" en gekoppelde wapenschilden van Alfred de Man-van Caloen. Een rondbogige waterlijst werkt het geheel af. In de geveltop, een ronde oculus. Twee hardstenen deurtreden leiden nar de deuropening, versierd met in de hoek ingewerkte driekwartzuiltjes; eenvoudige smeedijzeren voetenschraper links. Opgeklampte deur met decoratief smeedijzeren hang- en sluitwerk.

Eenbeukige kapel met schip onder tongewelf en afgescheiden koor in halfronde apsis, geaccentueerd door zenithale verlichting in het koepelgewelf. Fraai neogotisch interieur gekenmerkt door polychrome schilderingen. Cementtegelvloer, in schip bestaande uit een eenvoudig patroon van achthoekige zwarte tegels en rode hoektegeltjes waarin een geel kruismotief. Het koor heeft een veelkleurig, druk cementtegeltapijt. Gestucte wanden op hardstenen plinten. Nabij de deur, een mooi uitgewerkt hardstenen wijwatervat; boven de deur is een stichtingspaneel aangebracht met volgende tekst: "Deze kapel, onder de titel van O.L.Vr. van Nieuwweghe wierd gesticht in 1873-1875 door de edele en achtbare familie Alfred de Man-van Caloen". Eenvoudig witgeschilderde wanden in het koor, met gepolychromeerde lijst. Tongewelf in drie traveeën verdeeld door gepolychromeerde banden; de kruisingen met de centrale sierlijst zijn versierd met bloemmotieven.

Het één trede hoger liggende koor is afgescheiden door een smeedijzeren hek. De aandacht wordt naar het koor getrokken door de sterk uitgewerkte neogotische polychromie van de wanden, plafond, altaar en Mariabeeld. Altaar op twee natuurstenen treden, gestuct en gepolychromeerd, met hardstenen bovenblad. Op de voorzijde het opschrift "WEES GEGROET MARIA" in vergulde gotische letters, gevat tussen twee vazen met lelies, Mariasymbool bij uitstek. Voorzijde altaar verder versierd met een booglijst op consoles en twee zuiltjes met knoppenkapiteel; in de zwikken, geschilderde en vergulde engeltjes. Vaste sokkel voor neogotisch gepolychromeerd Mariabeeld met kind in stralenkrans. Beeld tegen een gepolychromeerd rood baldakijn, opgehouden door twee geschilderde engeltjes. Omheen het baldakijn, medaillons met engelen en duif (symbool Heilige Geest), tussen vergulde sjabloonmotieven op lichtblauwe achtergrond. Lichtblauw plafond met gouden sterretjes; veelkleurig geaccentueerde muraalboog met wapenschild van de stichter op de consoles. Aan het plafond, neogotische koperen Godslamp en luchters.