OUDE DORPSWEG




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.



Loopt van de Gistelsteenweg door de dorpskern van Varsenare in een boog terug naar de Gistelsteenweg. Sinds de fusie van de gemeenten in 1977 als officiële naam gebruikt. In de 19de eeuw werd dit de 'Oude Bruggeweg' genoemd.

HOEVE TER HAUWE

Welliicht stamt de naam van de eerste bekende eigenaar, ridder Wouter vander Haeuwe, die hier reeds in 1310 in de rekeningen voorkomt. Later bekende eigenaars waren de telgen uit het geslacht van Gistel. Omstreeks 1609 ondernam Jan van Gistel een bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van Bonsecours in Henegouwen. Hij bracht een Onze-Lieve-Vrouwenbeeld mee uit 1568, dat nog steeds in de nis van het woonhuis staat. De beek die rond de kerk liep, vormde de grens met deze hoeve, een grens die walgracht werd.

KASTEELTJE

Oude Dorpsweg nr. 46/ Zandstraat. Eén van de meest kenmerkende gebouwen in de dorpskom van Varsenare is het zgn. "Kasteeltje", ca. 1876 gebouwd als buitenverblijf van de vooraanstaande familie de Man-van Caloen. Het gemeentearchief van Jabbeke bewaart de geveltekening van de bouwaanvraag voor een "villa" die Alfred de Man in 1876 indiende bij de gemeente Varsenare.

Ruime woning met stal en koetshuis grenzend aan de Zandstraat, in het kadaster geregistreerd in 1877. In 1889 worden huis en stal met elkaar verbonden door een veranda; in 1934 wordt een broeikas opgetrokken tegen de tuinmuur. Vrijstaande lage woning in omhaagde en deels ommuurde tuin met boomgaard en moestuin. De vrij traditioneel opgevatte woning heeft een aantal cottagekenmerken zoals het achthoekige torenvolume van twee bouwlagen op de hoek en de houten luifel boven de inkom. Donkere baksteenbouw onder mansardedak met donkere geglazuurde pannen en houten dakvensters; torenvolume heeft een leien tentdak. Het baksteenmetselwerk is verlevendigd met overhoekse friezen en afwisselend rood en zwart ingekleurde voegen. De segmentboogvensters hebben een vlakke bakstenen omlijsting. De woning heeft een dubbelhuisindeling, met centrale gang. Eenvoudig interieur met authentieke eind-19de-eeuwse elementen zoals cementtegelvloeren, granitovloer, houten schouwtjes, deuren met imitatiehoutschilderingen. De oostelijke kamers lijken in het interbellum een nieuwe aankleding te hebben gekregen. Eenvoudige stal- en koetshuisvolumes onder zadeldaken met zwarte geglazuurde pannen. Koetshuis anno 2005 verbouwd tot winkel-atelier.

VOORMALIGE PASTORIE

Oude Dorpsweg nr. 58. Imposante voormalige pastorie van Varsenare, gelegen op een vierkant omgracht perceel binnen een ruime beboomde en omheinde, openbaar toegankelijke tuin. Sinds 2000, na een grondige renovatie naar ontwerp van architecten I. Decoster en M. Verhelst, in gebruik als deelgemeentehuis van Varsenare.

De pastorie werd op deze plaats, ten noordoosten van de kerk, ingeplant in 1540, als nieuwe "priesteraghie" voor pastoor Symoen Janszeune. Het huidige gebouw is begin-19de-eeuws, met een hekwerk dat in 1847 aan straatzijde werd toegevoegd, gelijktijdig met de omheining van de begraafplaats. Ze werden gemaakt door smid Pieter Coudeville. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de pastorie twee jaar als gemeenteschool gebruikt. Behalve deze twee jaar, was het gebouw aansluitend tot 1992 in gebruik als pastorie.

Rood bakstenen gebouw van twee bouwlagen en zeven traveeën, gevat onder pannen zadeldak. Strenge bakstenen lijstgevel, vertikaal geritmeerd door natuurstenen banden. Rechthoekige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Opvallende glazen achterbouw in hedendaagse vormgeving. Het gebouw ligt centraal in een ruime tuin met kastanjebomen en de resten van een U-vormige walgracht.

CAFÉ OUD GEMEENTEHUIS

Oude Dorpsweg nr. 70. Café "Oud Gemeentehuis", gebouwd in 1902-1906 als herberg-brouwerij en gemeentehuis in opdracht van burgemeester Camiel van Caloen. In het gemeentearchief van Jabbeke werden van dit gebouw twee tekeningen uit de bouwaanvraag van 1905 bewaard, een ingekleurde en een zwart-wit pentekening met plattegrond. Enkele jaren later wordt de nabijgelegen brouwerij Den Hert afgebroken, waarna de naam wordt doorgegeven aan de nieuwe brouwerij. Deze stopt met brouwen in 1941. Half vrijstaand rood bakstenen gebouw ten noorden van de kerk. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen schilddak. Centrale deurtravee geaccentueerd door getrapt dakvenster. Segmentboogvensters met nieuw schrijnwerk.

VOORMALIGE HERBERG HET SCHAEKHOF

Oude Dorpsweg nrs. 71-73. Voormalige herberg "Het Schaekhof", met achterliggend de voormalige brouwerij "Den Anker". De herberg zou voor het eerste vermeld zijn in een document van 1550-51, en zou vanaf midden 18de eeuw gecombineerd worden met een brouwerij. In de 19de eeuw eigendom van de Brugse notaris Bernard Verhulst. Brouwerij en herberg sloten in 1920 definitief de deuren. Karakteristieke dorpswoning in de dorpskern, aanleunend tegen de oostelijke kerkhofmuur. Bestaande uit een lage bakstenen herberg/woonhuis aan de straatkant, met talrijke oude bedrijfsgebouwen op het achterliggend erf, o.m. brouwerijgebouwen tegen de kerkhofmuur aan. De herberg is een baksteenbouw van vijf traveeën onder pannen zadeldak met gecementeerde voorgevel, opkamer in de noordoosthoek. Rechthoekige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk; twee deuren wijzen op gedeelde functie herberg/woning.

PAROCHIEKERK SINT-MAURITIUS

Oude Dorpsweg nr. 75. Centraal in de dorpskern, in de bocht van de Oude Dorpsweg en uitkijkend op de Oudenburg- en Westernieuwweg, ligt de parochiekerk Sint-Mauritius met omliggend kerkhof. De kerk bestaat uit een vroeggotische westtoren (beschermd als monument bij K.B. van 02/20/1939) die in 1897 werd aangevuld met een neogotische hallenkerk naar ontwerp van Jules Carrette (Kortrijk).

Rondom de kerk, een ommuurd en met leibomen afgezoomd en van fraai smeedijzeren hekwerk voorzien kerkhof. De tekeningen van de bouwaanvraag uit 1880 voor het hek werden bewaard in het gemeentearchief. Westelijke hoofdingang via een gekanteelde poort. Links naast de poort, een perk met soldatengraven en gedenkteken betreffende de Eerste Wereldoorlog. De zerken zijn voorzien van porseleinen foto's.

Eenvoudige rood bakstenen ommegangkapellen uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Graven uit de 19de en eerste helft van de 20ste eeuw. De opvallendste grafmonumenten zijn een arduinen obeliskvormig monument met drapering, voor Charles Bernard Fortune van Severen (+1861), een afgebroken ronde zuil met voorliggend opengeslagen boek voor de familie van Caloen, en het monumentale graf van de familie de Man.

Verspreid over het kerkhof, talrijke gietijzeren grafkruisen en drie smeedijzeren grafkruisen. Ten oosten van de kerk, het kinderkerkhof.

In 1116 wordt de eerste middeleeuwse bidplaats in Varsenare opgericht onder Clemencia van Boergondië, op het kruispunt van twee belangrijke verbindingswegen, nl. de Oudenburgweg en Westernieuwweg. Dit ter vervanging van de bidkapellen bij de burcht Ter Straten en de burcht van de heren van Varsenare. Varsenare werd in de loop van de 12de eeuw een zelfstandige parochie, maar over het eerste kerkgebouw is nauwelijks iets bekend. De bouw van de toren begon in het eerste kwart van de 13de eeuw en werd in de 16de eeuw aangepast aan de laatgotiek.

De Sint-Mauritiuskerk bleef niet gespaard tijdens de religieuze onlusten van de 16de eeuw en tijdens de vroege 17de eeuw werden dan ook heel wat herstellingswerken uitgevoerd, onder meer aan de toren. Bij herstellingswerken, uitgevoerd omstreeks 1840, werden de vier hoektorentjes ontmanteld. De Sint-Mauritiuskerk bleek in 1895 zo bouwvallig dat de kerkfabriek samen met Pastoor Raymond Belpaire besloten een nieuwbouw te laten optrekken. De Kortrijkse architect Jules Carette (1866-1927) ontwierp een neogotische kerk, waarin de bestaande gotische westtoren geïncorporeerd werd, die vermoedelijk uit de 13de eeuw dateert. Na het voltooien van de nieuwbouw in 1897 werd gestart met de restauratie van de vroeggotische toren. De werken omvatten onder meer het wegnemen van de verflagen, de reconstructie van de gotische tracering van het grote spitsboograam, het aanpassen van de galmgaten en het reconstrueren van de vier hoektorentjes. Deze uitbreiding wordt pas in 1914 door het kadaster geregistreerd als "reconstruction partielle". In 1939 wordt de gotische westtoren van de Sint-Mauritiuskerk beschermd als monument.

De plattegrond ontvouwt een voorgeplaatste, centrale westtoren op vierkante basis met vijfzijdige traptoren ten zuiden, een driebeukig schip van vijf traveeën en een koor van één travee met driezijdige sluiting; tegen de meest westelijke travee van de noordelijke zijbeuk, een kleine doopkapel met driezijdige sluiting, ten zuiden tegen het koor een sacristie.

Toren bestaande uit rode baksteen van groot formaat op veldstenen plint, afgedekt door leien torenspits. Schip en koor in helrode baksteenbouw onder leien zadeldaken met dezelfde nokhoogte Vierkante westtoren van vier geledingen, gemarkeerd door kordons en bekroond door een spitsboogfries waarboven een sierlijst waarin vier hoektorens zijn opgenomen; achtzijdige torenspits. De eerste drie geledingen worden gestut door verjongende hoeksteunberen met versnijdingen. Het natuurstenen rondboogportaal is karakteristiek voor de overgang van romaanse naar vroeggotische stijl, cf. rondboogzuilen met bekronende knoppenkapitelen. Tweede geleding met laatgotisch spitsboograam waarboven een klein rondboogvenstertje. Blinde derde geleding. Bovengeleding aan elke zijde voorzien van twee galmgaten bestaande uit rondbooggaten in spitsboogomlijsting. De aanleunende polygone traptoren heeft geen geledingen en is door smalle lichtgleuven doorbroken. Flankerende puntgevels, voorzien van schouderstukken en wat betreft de zuidelijke beuk doorbroken door spitsboogvenster. Langsgevels van schip en koor afgelijnd door muizentandfries, traveeën gemarkeerd door verjongende en versneden steunberen en doorbroken door brede spitsboogvensters met afzaat rustend op de hoge bakstenen plint; bakstenen neogotische traceringen. Doopkapel met spitsboogvensters; sacristie met rechthoekige vensters, oostpuntgevel met schouderstukken en schoorsteenaanzet.

Toren met plafonds van moer- en kinderbalken. Bepleisterd en witgeschilderd interieur. De drie traveeën zijn overwelfd door houten spitsbooggewelven en van elkaar gescheiden door spitsbogige scheibogen op arduinen zuilen en sobere kapitelen. Witmarmeren eerste steen uit 1897 in westgevel van noordbeuk. Neogotisch meubilair: Jules Carrette ontwierp hoofd- en zijaltaren, preekstoel, communiebank, biechtstoelen, doopvont, portaal. Nieuw orgel. Figuratieve glasramen.

VILLA AVONDRUST

Oude Dorpsweg nr. 80. Zgn. "Avondrust", 19de-eeuwse villa in ruime omheinde tuin ten westen van de parochiekerk. De villa gaat terug op het wellicht begin-19de-eeuws buitenverblijf "Oude Hof" van een Brugse rentenierster, Theresia Derycker. In het derde kwart van de 19de eeuw wordt het buitenverblijf aangekocht door baron Anselm van Caloen de Basseghem. De familie van Caloen laat de villa in verschillende fasen vergroten tot het huidige volume: het kadaster vermeldt vergrotingen in 1876 en 1896. Een jaartal in een gevel van de villa laat vermoeden dat er in 1887 ook werken werden uitgevoerd. In 1895 omgedoopt tot "Villa Maurice", sinds 1934 gekend onder de huidige naam. Villa in grote omhaagde tuin met talrijke bomen, toegankelijk via een gietijzeren hek waarin de letters V en C zijn verwerkt. Rode baksteenbouw van twee bouwlagen onder leien schilddak waarin vroeger dakkapellen zaten. Metselwerk afgewisseld met witgeschilderde hoekneggen, cartouche en omlijstingen van vensters en deuren, typerende balkons. Volgens de literatuur is in de tuin het beeldhouwwerk "Samson" aanwezig van Hendrik Mulinx de Oudere.

VOORMALIGE GEMEENTESCHOOL

Oude Dorpsweg nr. 94. Voormalige "GEMEENTESCHOOL" van Varsenare, gebouwd in 1867 door aannemer August Fonteyne uit Brugge. Gebouwd volgens dezelfde plannen en bestek als de gemeentescholen in Zerkegem, Stalhille en Snellegem, opgemaakt door Provinciaal Bouwmeester Pierre François Buyck (Brugge). Gebouwd ter vervanging van de oude gemeentelijke schoolgebouwen uit 1848 in de Westernieuwweg, die dan door de Zusters Maricolen voor het vrij onderwijs worden overgenomen. In 1871 uitgebreid met twee overdekte speelplaatsen. In 1969 wordt de gemeenteschool gesloten. Schoolgebouw wordt tot zes appartementen verbouwd. Onderwijzerswoning van twee bouwlagen en drie traveeën onder pannen zadeldak. Dubbelhuis met gepleisterde neoclassicistische lijstgevel, gekenmerkt door kordonlijst, gootlijst, negblokken, rondboogdeur met zware omlijsting en rechthoekige vensters (gewijzigde openingen). Zijpuntgevels op aansluitende wijze versierd. Links en rechts, aansluitende lage klasgebouwen onder pannen zadeldak.