DORPSSTRAAT




De hoofdstraat van Jabbeke die de dorpskern van oost naar west doorkruist, als oorspronkelijk deel van het tracé van de Oudenburgse Heirweg is het oudste tracé in de streek. Vanaf de fusie in 1977 wordt de straat 'Dorpsstraat' genoemd. Daarvoor gekend als 'Hoogstraat' in de eerste helft van de 20ste eeuw.

Oudere namen verwijzen naar het tracé als deel van de historische Gistelsteenweg: in de 19de eeuw gekend als 'Steenweg van Brugge naar Jabbeke' en 'Steenweg leidende van Jabbeke naar Varsenare' en in de 18de eeuw ook 'Calsijde van Brugge op Ghistel'. Later werd de Gistelsteenweg omheen de dorpskernen geleid.

Als hoofdstraat van het dorp bevat de Dorpsstraat het gemeentehuis in een verbouwde 19de-eeuwse woning met eenvoudige lijstgevel, de neogotische Sint-Blasiuskerk met daar tegenover een typische 18de-eeuwse - als dorpsgezicht beschermde - dorpsherberg (nummer 13) en een als monument beschermde 19de-eeuwse molenromp van de Molen van Kerrebrouck.

DE SINT-BLASIUS

De patroonheilige Sint-Blasius was bisschop-martelaar van Sebaste in Armenië. Aanvankelijk was hij geneesheer, maar werd tot bisschop van zijn stad gekozen omwille van zijn deugden. Bij de Licimische vervolging van 316 werd hij gevangen genomen, gekerkerd, gegeseld, gevild en onthoofd. Zijn herdenkingsfeest werd aanvankelijk gevierd op 15 februari, later op 3 februari. Hij wordt aangeroepen in gevallen van keelpijn, tandpijn en pest. Hij wordt ook als patroon van de huisdieren vereerd.

De Sint-Blasiuskerk werd gesticht ten noorden van de steenweg op Gistel, langs de toenmalige Zandstraat op het kruispunt waar de Jabbekebeek de Zandstraat bereikte. Wanneer de eerste (houten?) kerk werd opgericht valt niet meer te achterhalen. Het zal wellicht voor 941 zijn geweest. Jabbeke is dan reeds een afzonderlijke parochie met een eigen gebedsoord/kerk.

In 1128 zou een Romaanse kerk in veldsteen zijn opgetrokken met een achthoekige vieringstoren. In de daaropvolgende eeuwen werden grondige verbouwingen doorgevoerd.

Tijdens de regeerperiode van Maximiliaan van Oostenrijk (eerst als echtgenoot van Maria van Bourgondië en daarna als voogd van Filips de Schone) heerste er onrust in Vlaanderen. De troepen van Maximiliaan plunderden Jabbeke in 1488. Wanneer in 1579 de protestanten te Brugge en omstreken de macht in handen kregen, kwam de Jabbeekse kerk bloot te staan aan plunderingen. Het duurde jaren na de verdrijving van de protestanten in 1584 vooraleer de parochie zich zou herstellen. De nodige restauraties bleven uit.

Een gevolg hiervan was dat de kerk erg bouwvallig werd. In 1768 verpletterde een ingestorte hoek van de toren een deel van het Onze-Lieve-Vrouwekoor. Tenslotte werd in 1870 de kerk volledig afgebroken. Tussen 1872 en 1874 werd de huidige kerk in neogotische stijl heropgebouwd.

Als kerkschatten vinden we diverse schilderijen (2 rechtstaande panelen van P. Pourbus uit de 16de eeuw, een paneel uit de Claeysensschool uit de 16de eeuw, de 'Aanbidding der Koningen' uit de 16de eeuw, de 'Aanbidding der Herders' en 'Het betreden van de Ark' uit de 17de eeuw), een barokorgel van M. Hooghuys in het hoogkoor uit 1859, restanten van de predikstoel, biechtstoelen uit 1879, tal van sepultures uit de 15de tot de 18de eeuw, glasramen van Setola en Annys en een doopvont uit de 14de eeuw.

KERREBROUCKS MOLEN

Vroeger waren er meerdere molens te Jabbeke. Kerrebroucks molen is de meest recente en enige overgeblevene. Hij werd gebouwd in 1848 toen baas-timmerman Jacobus Janssens eigenaar werd van dit perceel. In 1844 stond hier een kleinere molen.

De kleine molen werd op een verhoogd metselwerk gezet na grondige herstellingen. Op 30 december 1852 verkocht Janssens het molenaarsbedrijf aan Jan Coucke. Op 21 januari 1878 verpachtte deze de molen aan zijn knecht Alfons Van Kerrebrouck uit Knesselare. In 1881 werd een stoommachine geplaatst als hulpkracht. Na de dood van Jan Coucke kon Alfons Van Kerrebrouck de molen kopen en werd de molen meteen uitgebouwd tot op zijn huidige hoogte. De molen was van het type 'met bovengrondse gaanderij'.

Vanaf 1910 werd de molen aangedreven door een verplaatsbare benzinemotor. In 1922 volgde Charles Van Kerrebrouck zijn vader op. In 1925 werd de benzinemotor vervangen door een arm-gasinstallatie. Toch werd nog tot in 1939 gemalen op windkracht. Op dat moment brak er één wiek af, waardoor men genoodzaakt was om de tegenovergestelde wiek af te zagen. De molen wiekte tot in 1948 verder op twee wieken. In 1953 nam Alfons Van Kerrebrouck de stiel over. Op dat moment werd de molen aangedreven door een dieselmotor.

Op heden is er een restauratiedossier in de maak voor de molen van Kerrebrouck.

HERBERG SINT-HUBERT

Dorpsstraat nr. 13/ Kapellestraat. 18de-eeuwse dorpsherberg "Sint-Hubert", beschermd als dorpsgezicht bij M.B. van 11 mei 1994. Voormalige dorpsherberg, gelegen tegenover de ingang van de parochiekerk, in het centrum van de dorpskern van Jabbeke. Een eerste vermelding van het pand dateert volgens M. Desmedt van 1554 (Ommeloper Peper nr. 71). Het pand wordt in een ommeloper van 1692 als smidse beschreven (Mestdagh nr. 876). De voorgevel is met jaarankers "1776" gedateerd. Tijdens de 19de eeuw en de eerste decennia van de 20ste eeuw stond de herberg bekend onder de naam "Sint-Hubert" en vonden de vergaderingen van het gemeentebestuur er plaats. Sinds het begin van de kadasterregistratie in 1834 is de herberg eigendom van de brouwersfamilie Boutens. Aan het huidige volume blijkt volgens deze schetsen nauwelijks iets gewijzigd. De herberg en de waardin Zulma, die er tot 1990 café uitbaatte, werden door kunstenaar Constant Permeke vereeuwigd in zijn kunstwerken.

Laag bakstenen breedhuis onder pannen zadeldak (nieuwe mechanische pannen), vier traveeën + een lagere aanbouw ten westen zonder muuropeningen. Witgeschilderde gevels met gepekte plint. Voorgevel met rechthoekige muuropeningen, de detaillering van het schrijnwerk is typisch voor het derde kwart van de 19de eeuw: bewaarde luikduimen, hardstenen onderdorpels. Oostelijke zijpuntgevel met muurvlechtingen en drie vensteropeningen. De lage westelijke aanbouw is aan de blinde voorgevel door een kwartbolle lijst onder de dakgoot afgelijnd. Links van de voordeur, een laag vierkant hardstenen hectometerpaaltje met opschrift "HO7", dat op een foto van 1912 reeds te zien is.

OPVALLEND BURGERHUIS

Dorpsstraat nr. 19. Opvallend burgerhuis in neorenais-sancistisch getinte bouwstijl, in 1885 opgericht voor timmerman Lodewijk De Jaegher, zoals bevestigd in de steen in de geveltop "L.D.J. ANNO 1885". Onderkelderd diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen in rode baksteenbouw onder pannen zadeldak (nok haaks op de straat, mechanische pannen). Hoge, fraai uitgewerkte trapgevel versierd met sierankers en als maskertjes uitgewerkte, natuurstenen sluitstenen van de ontlastingsbogen boven de segementbogige muuropeningen. Bewaars schrijnwerk, fraai uitgewerkte voordeur met drie hardstenen tredes.

HERBERG DE KLOKKE

Café vlakbij de parochiekerk, teruggaand op de 17de-eeuwse herberg "De Klokke" en bijhorende 18de-eeuwse smidse. Eerste vermelding van "herberghe ende hostelerie de clocke" dateert van 1653.

Het huidige gebouw bestaat uit een hoofdvolume aan straatkant en een haaks ingeplant bijgebouw op het achtererf. In 1830 wordt het als eigendom van hoefsmid Jacob Claeys in het kadaster geregistreerd. Gedurende de 19de eeuw worden een aantal wijzigingen en gedeeltelijke reconstructies van beide volumes aangegeven, die evenwel hun opstelling en omvang tot op vandaag behielden. Aan straatkant, dubbelhuis van één bouwlaag en vijf traveeën onder zadeldak met zwarte geglazuurde pannen (nok // straat). Baksteenmetselwerk met geelbruine en rode bakstenen, verwijzend naar de verschillende verbouwingen die het gebouw onderging. Dubbelhuis, getoogde muuropeningen met traditioneel schrijnwerk, beluikte vensters. In dit volume is een woning en een café ondergebracht. Op het erf, haaks ingeplant rood bakstenen volume onder pannen zadeldak, met segmentboogdeur in een afgeschuinde hoek. Bouwnaden in de zijpuntgevel wijzen op verhogingen en verdwenen aanbouwen.

HET GRAF VAN PERMEKE

Op het kerkhof langs de kerk ligt het graf van Constant Permeke met als opschrift 'Hier rust in Kristus Marietje Permeke, 1887-1948, Vrouwe van den schilder Constant Permeke, 1886-1952, nu beiden verenigd'. Op het graf staat een beeldhouwwerk van Joris Minne.

Marietje Delaere overleed in 1948 en werd op het dorpskerkhof begraven aan de noordkant van de kerk. In 1949 wilde Constant een beeld als grafplaat op het graf aanbrengen, wat werd geweigerd door de toenmalige pastoor. Deze vergeestelijking van het vrouwelijke naakt ligt nu in het museum Constant Permeke.