KWETSHAGESTRAAT




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.



De Kwetshagestraat is een lange, kronkelende landelijke weg die de westeljke grens vormt met Snellegem. De bebouwing ten oosten van de weg met de even huisnummers, behoort tot Varsenare, de oneven huisnummers tot Snellegem. De straat reikt van de Oudenburgweg tot aan het kanaal Oostende-Gent. Eertijds heette de straat de 'Poytacxdreve', omdat ze door de landerijen liep van Adriaen Poytacx, die sinds 1531 aan beide zijden van de grens tussen Varsenare en Snellegem heel wat gronden bezat.

Sinds 1692 is het toponiem 'Kwetshage' gekend, als benaming van de wijk tussen Jabbeke, Snellegem en Varsenare. De betekenis van de benaming is 'kwaad zaailand', te wijten aan het waterzieke gebied. De hoeves die zich in de Kwetshage vestigden, werkten mee aan het droogleggen van de gronden. Om die reden werd de straat in de 18de eeuw de 'Waeterstraete' genoemd. De huidige straatnaam wordt gebruikt sinds het begin van de 19de eeuw.

POYTACXHOEVE

Kwesthagestraat nr. 10. Zgn. "Poytacxhoeve", beeldbepalende hoeve op de grens met Snellegem. Archivalische bronnen laten de hoeve opklimmen tot midden 16de eeuw; wat niet kan bevestigd worden door de kaart van Pourbus (1561-1571), aangezien de Kwetshagewijk daar volledig als moer wordt ingekleurd. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) is de hoeve aangeduid als bestaande uit twee parallelle volumes haaks op de straat, gelegen op een langwerpig erf met boomgaard. Op het Primitief Kadasterplan (1834) en op de Atlas der Buurtwegen (1845) wordt volgende situatie geschetst: ten noorden op het erf een langgestrekt volume van woonhuis met geïncorporeerde stallingen en schuur, haaks op de straat, ten zuiden daarvan bergschuur, stal nabij schuur en stal aan straatkant. Een veldwegel verbindt het erf met de Westernieuwweg. In 1880 wordt de bergschuur vervangen door een enkelvoudige dwarsschuur, waarvoor ook het naastgelegen stalletje moet wijken; de stal tegen de straat wordt verlengd. In 1936 wordt de bouw van een hoenderhok aan de oostkant van het erf geregistreerd in het kadaster.

Hoeve met drie losse bestanddelen rondom een deels verhard erf dat grenst aan de straat. Het beeldbepalend hoofdvolume aan noordzijde van het erf is het haaks op de straat ingeplante boerenhuis dat door de aansluitende stallen en schuur aansluit bij het langgestrekte type. Aan zuidzijde van het erf, enkelvoudige dwarsschuur (nok // huis). Ten westen tegen de straat aan is de stal gelegen (nok haaks op huis). Ten oosten van het erf een in 1936 gebouwd hoenderhok (nok // huis) en eind-20ste-eeuwse aanbouwen die het oostelijke deel van het hoofdvolume deels aan het zicht onttrekken. Boerenhuis met aansluitende stallen en schuur, minimaal tot de 18de eeuw opklimmend. Verankerde rode en geelbruine baksteenbouw onder aansluitende pannen zadeldaken (rode en blauwe Vlaamse pannen, golfplaten) met hogere nok, aandaken en muurvlechtingen voor de opkamer; aan erfzijde witgekalkt met gepekte plint. Boerenhuis van twee opkamertraveeën onder hogere nok + drie traveeën; ten westen aansluitende lage stal onder lessenaarsdak. Noordgevel oorspronkelijk volledige blind met uitzondering van kelderopening met diefijzers; twee recente vensteropeningen in laaghuis. Erfgevel met rechthoekige en licht getoogde muuropeningen, aangepast in tweede helft 20ste eeuw. Ten westen aansluitende stal van zes + schuur van drie traveeën, gevat onder golfplaten zadeldak. Noordelijke gevel enkel geopend met kleine stalvensters; erfgevel met staldeuren en schuurpoortopening tot onder dakgoot. Aan de westzijde van het erf, tegen de straat aan, stal met minimaal 18de-eeuwse kern, naar het noorden toe verlengd in 1880. Het oudste gedeelte is een rode baksteenbouw, waar de recentere geelbruine baksteenbouw bij aansluit; gevat onder pannen zadeldak (nok // straat, Vlaamse pannen). De straatgevel bevat kleine, recente stalvensters; erfgevel met licht getoogde muuropeningen met strek, twee gedeelde staldeuren. Zuidpuntgevel met muurvlechtingen en dichtgemetseld getoogd zondervenster. Ten zuiden van het erf, schuur gebouwd in 1880. Gele baksteenbouw onder golfplaten zadeldak (nok // huis). Enkelvoudige dwarsschuur met korfboogpoort aan erfzijde en rechthoekige poort in achtergevel: telkens twee luchtgleuven. Oostelijke zijpuntgevel met rondbogige laaddeur.

HOEVE MET LOSSE BESTANDSDELEN

Kwetshagestraat nr. 13. Begin-19de-eeuwse hoeve bestaande uit losse bakstenen bestanddelen onder pannen zadeldaken.

Deze hoeve was in 1478 eigendom van Jacques Poytacx, naar wie en deel van de Kwetshagestraat ooit werd genoemd. In 1681 wodt de hoeve met de landerijen aangekocht door het Sint-Juliaanshospitaal in Brugge; daarom wordt ze ook "Sint-Juliaanshoeve" genoemd. Op het Primitief Kadasterplan (1834) wordt de hoeve weergegeven als drie grote en twee kleine bouwvolumes geschikt omheen een vierkant binnenerf, ten westen omgeven door een walgracht. De hoeve is eigendom van de Burgerlijke Godshuizen in Brugge, later de Commissie Openbare Onderstand. De hoeve is gelegen ten westen van de "Poytaex dreve" en ten zuiden van een waterloopje. Het woonhuis is oostwest georiënteerd en staat haaks op de straat. Ten zuiden parallel daarmee staat een langwerpig volume, mogelijk een schuur. Haaks op het woonhuis en de schuur sluit een langwerpig stalvolume het erf aan de westzijde af. Aan de oostzijde van het erf, langs de straat, staat een kleiner langwerpig gebouwtje (varkensstalletje?) en ten westen van het woonhuis vinden we een tweede klein gebouwtje (bakhuis?). Ten noorden van de hoevegebouwen bevond zich de tuin en ten westen lag een boomgaard. Een balk in de stal draagt het jaartal "1819", wat de bouwdatum van de hoeve kan zijn. De begin-19de-eeuwse situatie is anno 2005 grotendeels bewaard. In 1968 wordt het varkensstalletje afgebroken wordt en vervangen door een bergplaats-garage. Er wordt daartoe ook een stukje uitbouw van het woonhuis afgebroken en de noordelijke uitbouw van het woonhuis wordt licht gewijzigd. Het bakhuis wordt afgebroken en er komt een nieuwe loods in de plaats. Het westelijke stuk van de schuur wordt afgebroken. In 1983 wordt tegen de schuur aan de westzijde een nieuwe hangar gebouwd. Het resterende stuk walgracht wordt gedempt.

Vier losse bestanddelen omheen een deels verhard erf met mestvaalt. Ten noorden van het binnenerf, een woonhuis in rode baksteenbouw van één bouwlaag en twee opkamertraveeën + drie traveeën + één recente travee, allemaal gevat onder doorlopend pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op de straat). Tegen de achtergevel bevindt zich een haakse uitbouw van één travee onder iets lager pannen zadeldak. Beluikte rechthoekige vensteropeningen in het oude gedeelte; de deur wordt gekenmerkt door een zwarte bakstenen omlijsting. Aan erfzijde een gekasseide stoep. Ten westen, een haaks op het woonhuis ingeplante stal van één bouwlaag onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen). De rode baksteenbouw is op verschillende plaatsen doorbroken door gele of bruine baksteenbouw, voornamelijk door het dichtmetselen van vroegere deur- en poortopeningen. Het volume bestaat uit meerdere soorten baksteen en was vroeger waarschijnlijk een open schuur. Tegenover het woonhuis, ten zuiden van het binnenerf, staat een dwarsschuur van vijf traveeën onder pannen zadeldak. Afgaande op het gele metselwerk, werd deze schuur in het interbellum heropgebouwd. Deze bestaat uit gele baksteen, kent één bouwlaag en vijf traveeën onder pannen zadeldak. Behalve de centrale rechthoekige schuurpoorten, zijn enkele lagere poorten onder betonnen latei aanwezig. Ten oosten van het erf, parallel met de straat, bevindt zich de garage die in 1968 werd gebouwd.