HOGEWEG




ONROEREND ERFGOED

Klik hier om de lijst van het onroerend erfgoed te Jabbeke, zoals beschreven in 2012, te consulteren.



De Hogeweg is een landelijke, kronkelende weg in het noorden van Varsenare, net ten zuidejn van de spoorweg en deze ter hoogte van de de Manlaan ook overstekend om twee hoeves te bereiken (nummer 5 'Ter Leye' en nummer 7 'Goed ter Rietschilde' of 'Rijsseele'). De weg loopt vanaf het Hof van Straeten richting Sint-Andries en was vroeger een drukke verbindingsweg op het noordelijke tracé tussen Oudenburg en Sint-Andries, de zogenaamde 'Noordbrugghewech'.

De oudst gekende naam van deze weg is terug te vinden in het Cartularium van de abdij van Sint-Andries en luidt de 'Noordstraete'. Op de kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571) wordt de straat 'Coystraete Wegh' genoemd.

De Terrier van Sint-Baafs geeft in 1776 de benaming 'Coolstraete'. Bij de aanleg van de spoorweg Brugge-Oostende in 1842 werd de weg afgesneden aan de grens met Sint-Andries en verloor ze haar naam. In 1888 werd de weg gegrint en probeerde men de straatnaam 'Gravier' ingang te doen vinden. Tenslotte kreeg de straat in 1927 de weinig toepasselijke naam 'Hoogweg'.

RYSSEELE - RIETSCHILDE

De oude benaming Rietschilde wijst meer naar een goede naamsverklaring. Ongetwijfeld was dit vroeger een burcht of kasteel, dicht tegen of tussen de kreken en schorren die het binnenland kwetsbaar maakten voor vijanden vanuit de zee. De meest vochtige plaatsen waren begroeid met riet. Zo diende deze burcht in een rietveld als schild tegen vijanden, zeker reeds in 1381.

Uit historische bronnen blijkt dat adellijke heren zoals de familie van Themseke, Bertholf van Belven, del Campy, Stochove en van Huerne tijdens de Franse Revolutie er eigenaar van waren. Zolang het kasteel was, bestond het uit een opper- en nederhof. De eigenaar kwam er in de zomer dikwijls resideren en wanneer hij er niet was, droeg een meier zorg voor de goederen. Op het nederhof boerde een pachter.

Begin de 18de eeuw is het kasteel zodanig vervallen dat eigenaar Stochove het laat afbreken en er alleen een grote hoeve overblijft. De belangrijkste uitbaters hiervan zijn al een drietal generaties Coudeville. In de oude verhalen werd Rietschilde ook het 'Moordenaarskasteel' genoemd. Men herinnerde zich de familie Bertholf en dacht aan de moordenaars van Karel de Goede met de naam Bertulf, proost van de Sint-Donaaskerk.

HOEVE TER LEYE

Het kasteel - want het heeft een structuur van een omwald kasteel gehad - lag dicht bij Rietschilde. Zo zullen beide versterkingen hetzelfde doeleinde gehad hebben. Beide lagen beiden ook tegen de Hogeweg, die vroeger veel belangrijker was dan op vandaag. Ook hier was sprake van een opper- en neerhof. De families die we hier als eigenaars aantreffen waren de Brugse families Dekene, Broodtloos, de Beste, Heren van Varsenare, van Gistel, de Viron, de Bucqouy en tenslotte de l'Espée. De burgerfamilie Verhulst, die vele eigendommen verwierf te Varsenare, werd uiteindelijk eigenaar. De familie van Caloen kocht de hoeve op. Hedentendage wordt de hoeve uitgebaat door Geert Vandevelde.